winterbanden: de belangrijkste kenmerken
temperaturen dalen en het risico op sneeuw en ijs neemt toe. Mensen die nog steeds zomerbanden gebruiken, lopen het risico een aanzienlijke boete te moeten betalen en een gevaar voor de verkeersveiligheid in het algemeen. Dat komt omdat winterbanden op hun best zijn op het punt waar zomerbanden hun grenzen bereiken. Niet alleen als er sneeuw valt. Ze komen ook goed tot hun recht tijdens nat weer en op droge, maar koude wegen.
of het nu gaat om een betere rijeigenschappen of een kortere remafstand – tussen oktober en Pasen gaat er niets boven. Winterbanden verbeteren de stabiliteit binnen het volgen en verbeteren de stuurprecisie door effectieve krachtoverbrenging. De aquaplaning-technologie helpt bestuurders ook in gebieden met weinig sneeuw, maar meer regen.
het mengsel maakt het verschil
of het nu sneeuw, regen of gewoon koud weer is, winterbanden moeten één ding boven alles bieden: maximale grip, zelfs bij slecht weer. Daarom bevatten alle modellen een speciale rubbersamenstelling. Wat maakt het verschil: Het hoge aandeel natuurlijke rubber. Dit maakt de band zachter en zorgt daardoor ook bij koude omstandigheden voor stabiele tractie. De interactie tussen zomerbanden verandert snel, afhankelijk van de temperatuur; ze worden stijver en bieden minder grip. Zomerbanden zijn minder flexibel in de kou en bieden minder tractie en remprestaties. Dit is zelfs het geval op een droge weg.
bij winterbanden is het anders: hun speciale samenstelling zorgt voor de juiste wrijvingsgraad in de winter. Echter: Hoe zachter de banden, hoe hoger het energie-en benzineverbruik, zodat uw bedrijfskosten kunnen stijgen. Vulstoffen, zoals silica, en weekmakers, zoals oliën en harsen, spelen daarom een essentiële rol naast het natuurlijke rubber. Ze maken ongeveer 40% uit van de samenstelling van het rubber. De combinatie van afzonderlijke componenten bepaalt uiteindelijk de hardheid van de band en dus of het een zomer-of winterband is.